zaterdag 12 juli 2014

Permacultuurfestival: wat ik bijleerde

Onlangs ging ik naar het Permacultuurfestival in Kasteel Nieuwenhoven.
Op dat terrein wordt op een hele fijne manier aan natuurlijk tuinieren en co-housing gedaan.  En een tijdje terug organiseerden ze dus voor de eerste keer een festival.
Een weekendje lang aan democratische prijzen op een mooi kampeerterrein verblijven en workshops volgen - super!
Zo kon je leren zeisen, naar een lezing over permacultuur en ethiek, zalfjes en tincturen maken, bijenkorven leren vlechten en op kruidenwandeling gaan.
Hieronder wat ik bijleerde in de workshops:
1.zelf paddenstoelen kweken
2.natuurlijk bijenhouden
3.permacultuur rondleiding

Zelf nam ik o.a. deel aan de workshop: eetbare paddenstoelen kweken.
 Ik ben dol op de smaak van champignons en zou ze heel graag willen kweken, thuis.
De lesgever was heel bekwaam, en ik leerde vanalles bij.  Bijvoorbeeld dat het, zoals ik al vermoedde, geen goed idee is om paddestoelen te kweken op oude boeken.  Dit idee wordt vermeld in het boek "overleven op je eigen vierkante kilometer" - en het lukt met gemak.  Enige nadeel is dat paddenstoelen zware metalen en giffen opslaan en afbreken - dat zullen ze dus ook doen met de inkt in het boek waarop je ze kan kweken.  Als je vervolgens die paddenstoelen opeet, krijg je al dat gif binnen...
Best bio-stro gebruiken als voedingsbodem dus.

Het mooie van paddenstoelen is wel dat ze net door die eigenschap van gif en zware metalen opnemen hele stukken vervuilde natuur kunnen "opruimen".  De champi's nemen het gif op, maar trekken ook insecten aan.  Op die insecten komen dan weer vogels af, en die brengen zaden mee in hun uitwerpselen.  Op den duur ontstaat er dus weer een gezond stuk natuur na de opruimingswerken door de paddenstoel!
Uiteindelijk blijkt zelf paddenstoelen kweken toch niet zo eenvoudig te zijn.  Alvast een aanrader voor iedereen die geinteresseerd is: het boek "growing gourmet and medicinal mushrooms" doorPaul Stamets.
Ik nam ook deel aan de workshop "Natuurlijk bijenhouden" gegeven door Taco Blom, een sympathieke  permacultuur pionier.  Wat me bijzonder interesseerde was hoe hij omging met volkeren na het zwermen.
Op het terrein van kasteel Nieuwenhoven mogen de bijen vrij zwermen.  De zwerm wordt geschept en in een nieuwe, lege kast gedaan, waar ze zelf raten mogen bouwen.
Tot zover doe ik hetzelfde.  De nieuwe koningin blijft, met een deel van het volk, echter achter in de oude kast.  Ik laat het oude volk gewoon zitten en opnieuw groeien.
Taco echter haalt na de zwerm ook de oude kast volledig leeg.  Hij veegt raat per raat de bijen af in een emmer en oogst de was en de honing.  Daarna kiept hij de bijen terug de oude, en nu weer lege
kast in.
Omwille van het zwermen is er namelijk geen broed aanwezig in de kast.  En aangezien alle oude raat verwijderd is, is de kast nu ook vrij van mogelijke ziektehaarden.
Als er nog mensen zijn met deze manier van werken, ik hoor graag van jullie ervaringen.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe bijenvolkeren in het wild omgaan met oude raten.  In het begin zijn de wasraten maagdelijk wit.  Hoe meer de bijen erover lopen, hoe geler ze worden, vanwege het stuifmeel.  En echt oude raat ziet zwart van kleur.
Na navraag bij mijn bijenbabbelgroepje ben ik erachter gekomen dat in de natuur oude raat wordt opgeruimd door de wasmot.  Bijen zullen ook delen van de oude raat hermodelleren.  Wordt het echt te erg met de raat, dan kan het zijn dat het volk de kast voorgoed verlaat.
Mijn bijenvrienden noemden de ingrepen van het leegmaken nogal heftig.  Er is ook een belangrijk nadeel: het bijenvolk kan nooit matuur worden, want het moet telkens opnieuw van nul beginnen...

Een heel interessante rondleiding werd eveneens door Taco gegeven: de permacultuur tuin
rondleiding.
Het terrein waar Taco, meestal alleen, op tuiniert, is 4hectare groot!  De tuin is nu zeven jaar oud en is bijzonder rijk aan allerlei soorten bessen, fruit, amandelen, noten en groenten.

Ik leerde dat zwarte frambozen en zwarte kruisbessen uitzonderlijk lekker zijn, en dat je, als je van bosbessen houdt, beter appelbes en honingbes kan zetten, omdat die gelijkaardige vruchten geven qua smaak, maar in tegenstelling tot blauw- en bosbessen geen veengrond nodig hebben.

Perzik en abrikoos deden het prima, omdat ze te Nieuwenhoven op een koude helling geplaatst zijn, en niet, zoals iedereen zou denken, op de warmste en zonnigste plek in je tuin.  Als ze kouder staan bloeien ze namelijk later, en op die manier is er minder kans op schade door late vorst en krijg je sterkere bomen.

Het was bijzonder interessant om te zien hoe je nu natuurlijk kan tuinieren op zulk een enorm stuk grond.  Taco maakt gebruik van hulpmiddelen als een zaaimachientje op wielen, van zeisen (stil en ze verbruiken geen brandstof), van schoffels etc.
Een groot deel van het onkruid (denk: distels, lange grassen, melde, brandnetel, ...) laat hij gewoon staan!  Wanneer een stuk net ingezaaid is, na het frezen, wordt het nog twee keer gefreesd tot het gewas op gang gekomen is.  Daarna mag er al het onkruid komen wat er maar wil.
Je zou denken dat gulzige kruiden als distel en netel voedingsstoffen wegnemen van bv aalbes, fruitboom en kool, maar de kasteel Nieuwenhovenhof bewijst het tegendeel: de kolen groeiden, de bessen hingen dik aan hun takjes.  Het onkruid zorgt voor steun, en voor camouflage: vogels zien de kolen en die bessen niet meer!  En het onkruid zorgt voor mineralen en dergelijke uit de bodem, voor wisselwerking en grondbedekking!
Een toom kippen mag vrij op het terrein loslopen, en dat leverde geen problemen op.  Af en toe aten ze de laagst hangende bessen wel ns op, maar op een terrein waar 400 te planten struiken als "n habbekrats", als "bijna niks" gelden, (er staan er namelijk veeeeeeel meer dan dat) was dat niet erg.
Mijn kippen mogen in de winter de moestuin in, en in de zomer hebben ze de voortuin.  Ik zou het heerlijk vinden als ze ook in de zomer de tuin in mochten, maar ervaringen met ontsnappingspogingen hebben me geleerd dat er dan van mijn sla en koolplantjes niet veel over blijft, om van de bessen nog te zwijgen!  Onze kippen springen anderhalve meter hoog tot de laatste bes gesnapt is!
De voordelen van zo'n terrein zijn enorm (al die ruimte voor experimenten, voor water, voor opslagheuvels, bijenkasten, wadi's, ...).  De uitdagingen zijn dat echter eveneens.  Veel mensen zullen, denk ik, even slikken als ze het grote aantal distels op het terrein zien.  Maar zoals Taco Blom uitlegde: distels worden ten onrechte verguisd - het zijn waardevolle planten.  En nadat ze een aantal jaar welig getierd hebben, zie je dat ze nu op de terugweg zijn: er zijn er minder, en ze hebben een soort schimmel gekregen die hen aantast.
Een superinteressante rondleiding voor iedereen die met permacultuur begaan is.
En het festival is een absolute aanrader!


Geen opmerkingen: